Praktijkvoorbeelden

Teamcoaching in het onderwijs

Vandaag kwam de sectie Frans van een middelbare school in de Betuwe op bezoek. De vakantie is voorbij en de sectie wil met een frisse start het schooljaar beginnen. Ze hebben, net als velen, een roerige tijd achter de rug in het onderwijs. Veel schakelen naar online lesgeven, weer op school lesgeven in halve klassen, toch hele klassen, elke keer moest het roer om. Ze merken dat ze als sectie Frans hierdoor de binding met elkaar een beetje kwijt zijn geraakt. Een dagje paardencoaching leek het perfecte teambuildingsuitje!

De sectie bestaat uit 8 personen, sommige leden van de groep vinden paarden wel leuk, andere leden vinden ze wel erg groot en een beetje spannend. We maken eerst even rustig kennis met een kop thee of koffie, met de paarden nog op een veilige afstand. De sfeer is ontspannen. Op het moment dat het gesprek gaat over waarom we vandaag hier zijn, verandert er iets. Sommige docenten lijken zich niet zo fijn te voelen in de groep, anderen zien de noodzaak van deze dag niet zo in. Het is duidelijk dat hier werk aan de winkel is, dus we gaan beginnen! De kudde in!

Alle docenten mogen een plastic diertje uitkiezen voor zichzelf. In het zand teken ik een cirkel, dat is de sectie Frans. Een cirkel eromheen staat voor de school.
De eerste opdracht luidt: Waar plaats jij jezelf in de sectie? De docenten plaatsen hun diertje in de cirkel en vertellen daarbij waarom ze zichzelf zo neerzetten.
Carmen komt naar de plastic diertjes toegelopen en bekijkt het gebeuren eens. Ze duwt wat met haar neus en sommige diertjes vallen om. Hilariteit in de groep, want ‘ze gooit jou om!’
Een diertje pakt ze op met haar tanden en gooit ze uit de groep.
‘Dat was ik.’ Zegt een docent. ‘Ze voelt waarschijnlijk aan dat ik er niet bij hoor.’
De docent wordt hier best emotioneel van. De rest van de groep reageert op verschillende manieren. ‘Je hoort er wel bij’, ‘wat een onzin’, en een troostend gebaar zijn hier onderdeel van. Het versterkt het groepsgevoel nog niet.

Tijd voor opdracht 2:
In de ideale wereld, hoe zou de sectie er dan uitzien?
‘Met de neuzen dezelfde kant op.’ ‘Samen met hetzelfde doel voor ogen.’
Zijn de eerste antwoorden.

De docenten plaatsen zichzelf nu dichter bij elkaar en met de neuzen dezelfde kant op. We tekenen een cirkel om de groep met een pijl richting de kant die we op moeten gaan. ‘Maar wat is het doel dan?’ Vraag ik ze.

‘We moeten zorgen voor eenheid, dat moet het doel zijn. Eenheid schept duidelijkheid, ook binnen de school en voor de leerlingen.’
‘We doen dingen al heel lang op dezelfde manier, die werkt, dus nieuwe docenten binnen de sectie kunnen daar op vertrouwen en zich gewoon bij ons aansluiten.’
‘Als we de neuzen dezelfde kant op hebben, kun je op elkaar terugvallen.’
‘Het geeft meer gezelligheid.’

Allemaal verschillende antwoorden op dezelfde vraag. We kijken naar het plaatje van alle diertjes in de cirkel met de pijl.
‘Ja dit zou heel mooi zijn, maar zo is het dus niet. Dit voelt nep.’ Zegt iemand.
Dat blijkt, want de paarden laten zich niet zien. Die hebben duidelijk afstand genomen.

Wat moet er gebeuren? ‘We moeten in beweging komen. Op weg naar het doel in plaats van daar stil te blijven staan.’
‘Nieuwe dingen doen klinkt als weer veel werk, we hebben al zoveel nieuws moeten doen de afgelopen tijd. Waarom zou dat nu weer moeten?’

We zien ook dat je op het pad niet de ruimte hebt om met z’n allen zo naast elkaar te staan.

‘Nee, iemand moet de leiding nemen, een ander moet volgen.’ Zegt een docent.
‘Nou dan volg ik wel, want ik heb geen zin in weer iets nieuws.’ Zegt een docent.
En daar breekt eindelijk iets open. De docenten praten nu echt met elkaar. Over elkaars rollen in de sectie, over wat ze van elkaars rollen vinden en hoe ze zich daarbij voelen.

Want het is prima om de leiding niet te willen nemen, niet iedereen hoeft voorop. En dat je al lang in de sectie zit en weet hoe het al die jaren gegaan is, hoeft niet te betekenen dat jij degene bent die de boel altijd moet trekken. Of anderen in het gareel moet zien te houden. Misschien voelt het dan veel fijner om een ander de leiding te geven en zelf te volgen, daar is helemaal niets mis mee. En als je iets wil veranderen in de sectie, dan moet je dat bespreekbaar maken en niet meteen al afketsen omdat je bang bent voor weerstand.
Dat zijn enkele van de dingen die besproken werden.

Oke, tijd dus om jezelf op weg naar het doel te plaatsen. Elke docent koos een plekje. De een voorop, de ander meer volgend.

De paarden sloten meteen aan in de rij. Deze groep wilden ze graag volgen!

We sloten het deel met de paarden af.
Hierna was er ruimte om binnen, in een fijne en mooie werkruimte aan de slag te gaan. De sectie ging constructief de nieuwe doelen bepalen en de rollen binnen de sectie verdelen. Ze hebben deze dag grote stappen gezet om hun nieuwe doelen te gaan halen. En, nog belangrijker, ze voelden zich veel meer een eenheid en gingen allemaal met een blij gevoel naar huis aan het einde van de dag.

Grenzen aangeven

Liesbeth heeft 2 pubers thuis die continu over haar grenzen heengaan. Opruimen? Liever niet. Op tijd thuis komen? Oeps, vergeten. Etcetera etcetera. 

Liesbeth heeft er behoorlijk wat mee te stellen.

Laat maar eens zien hoe je dat doet, was mijn opdracht aan haar. Ze mocht haar grenzen neerleggen en in haar eigen persoonlijke ruimte gaan staan. Met een aantal poolnoodles legde ze een kleine cirkel om zichzelf heen. Ze had niet veel ruimte om te bewegen.
Zodra ze in had cirkel stond, kwamen Carmen en Rio de puber uithangen. Kan ik deze grens opschuiven? Verleggen? Mijn hoeven in de cirkel zetten? De grens opeten? Jou er uit duwen? Deze opties probeerden ze allemaal binnen de eerste minuut. En Liesbeth was heeeel druk met ze om ze buiten de grenzen te houden.
‘Niet doen!’ Zei ze. Of ‘ga weg!’ En ze duwde ze weg. Lachend. Ik vroeg waarom ze lachte. Ze zei dat ze de sfeer graag goed wilde houden en geen ruzie wilde, want daar mondde het thuis altijd in uit. Nadat ze tig keer haar grenzen had verdedigd.

Dit werkte duidelijk dus niet..

Ik had haar een nieuwe opdracht. Maak je energie groter. Duw in gedachten die cirkel verder naar buiten. Deze ruimte is voor jou en voor jou alleen. Je hoeft het niet op te eisen, het is jouw natuurlijke ruimte. En wat gebeurde er? De paarden stonden buiten de grenzen. Helemaal rustig. Met allebei hun hoofden naar Liesbeth toe, ze likten beide haar handen. In alle rust.

Het was zo mooi om te zien! Er is geen ruzie en strijd nodig om je grenzen aan te leren geven. Het is wel nodig om je bewust te raken van je eigen energie en hoe je die inzet.

Dank je wel lieve Rio en Carmen voor jullie prachtige vertolking van een stel pubers. Een rol die jullie op het lijf geschreven lijkt!

Loslaten 

Nienke kwam bij mij met een onbestemd gevoel. Ze wist niet zo goed waarom ze zich niet zo gelukkig voelde en daar wilde ze van af. Ze had op papier alles voor elkaar. Een man, 2 lieve kinderen, een baan, een mooi huis, en toch knaagde er iets. 

‘Zullen we dat loslaten?’ stelde ik voor. En dat was letterlijk wat we gingen doen. Nienke koos een stokje uit dat ergens verstoft op de grond van de paddock lag. ‘Dit stokje staat symbool voor het onbestemde gevoel dat je los wil laten. Voel maar hoe het voelt. Is het zwaar of licht? Hoe heb je het vast?’
‘Het is eigenlijk maar een klein stokje. Maar zodra ik het vast heb, voel ik mijn hart sneller kloppen, ik voel stress.’
‘Ik zie dat je het stokje heel hard vastgeklemd houdt.’
‘Ja, door de stress. Ik ben ook boos. En verdrietig.’
‘Waar wil je naartoe lopen om het los te laten? Kijk alvast naar dat punt. Hoe voelt dat?’
‘Dat voelt als heel ver weg. Ik weet ook niet of ik daar naartoe wil.’
Carmen komt voor Nienke staan. Dan komt Rio, die achterwaarts Carmen van haar plek verdrijft.
‘Zie je wat de paarden doen?’
‘Ja, Carmen wou naar me toe komen. Maar dat mocht niet van Rio.’
‘Hoe voelt dat?’
‘Ik voel me afgewezen door Rio. Carmen wilde naar mij toe komen en hij keurt mij geen blik waardig en zorgt er voor dat zij ook niet bij mij kan komen.’
‘Herken je dat in je eigen leven?’
‘Ja. Mijn ouders hebben mij ook afgewezen. Ik had meer liefde van ze gewild. Maar die kreeg ik niet.’
De stok wordt nog harder vastgeknepen en de emoties lopen op. Carmen en Rio beginnen elkaar uitgebreid te kroelen.
‘Mijn ouders hebben het ook altijd veel te druk met elkaar gehad om naar mij om te kijken. En eigenlijk is dat nog steeds zo. Ze zien mij gewoon niet. En ze zien mijn gezin ook niet. Ze zijn alleen maar met elkaar bezig en hebben mij nooit het gevoel gegeven dat ze trots op mij waren of dat ik er toe deed.’
‘Ben je klaar om verder te lopen?’
‘Ja. Ik wil hier niet blijven, het voelt zo confronterend om zo dicht bij die paarden te staan die geen oog hebben voor mij.’
Nienke loopt rustig richting het punt dat ze heeft uitgekozen. De stok nog altijd heel stevig in haar hand geklemd. Halverwege vraag ik haar stil te staan.
‘Hoe voelt het om op deze plek te staan?’
‘Hire voelt het rustiger. Als zij mij die liefde niet willen geven, dan moet ik die liefde ook niet meer van ze willen. Ik wil er niet meer afhankelijk van zijn. Een beetje afstand voelt beter. Die paarden zijn alleen maar druk met elkaar, alsof ze niet eens merken dat ik door ben gelopen. Waarom zou ik mezelf dan kwellen door er bij te blijven staan?’
‘Loop maar door naar het punt waar je de stok weg wil gooien. Hoe voelt de stok in je hand?’
‘Ik voel nog steeds mijn hart in mijn keel kloppen, ik voel nog steeds stress en verdriet. Maar als ik voor me kijk, voelt het fijner. Lichter. Ik hoor de vogeltjes fluiten. Ik voel de aanwezigheid van mijn ouders hier niet. Dat voelt bevrijdend.’
‘Kun je je hand openen en de stok losjes vasthouden?’
‘Ja, hier lukt dat.’
‘Wat zie je nu als je je omdraait naar de paarden?’
‘Die staan nog steeds te kroelen. Het is oké. Ik gun het ze ook wel dat ze het samen zo fijn hebben. Ik vind het jammer dat ze daardoor geen oog hebben voor mij. Ik wil ze wel kunnen blijven zien, want ergens horen we wel bij elkaar, maar deze afstand voelt wel prettiger.’
‘Ben je klaar om de stok weg te gooien?’
‘Ja.’
Nienke haalt diep adem. Ik zie nog een keer woede opvlammen en ze gooit met heel veel kracht de stok weg. Terwijl ze uitademt, daalt de rust over haar neer. Nienke blijft nog even staan en laat alles landen.
‘Het is goed zo. Het voelt vrijer. Een stukje berusting waardoor er ruimte ontstaat voor nieuwe dingen.’
Welke dingen dat zullen worden, gaan we ontdekken in een volgende sessie.